Virologie, de kunst van het bestuderen van virussen, of ook wel -Viridae- zoals met een duur woord deze kleine ziekteverwekkers worden genoemd, is eigenlijk iets waar we in Nederland heel trots op mogen zijn. Het was namelijk Professor Martinus Beijerinck die ontdekte dat tabaksplanten konden worden besmet met iets dat nog veel kleiner was dan een bacterie. Wanneer hij een plant met geel verkleurde bladeren dusdanig filtreerde, zodat een bacterie met geen enkele mogelijkheid nog in het filtraat aanwezig was, lukte het nog steeds andere planten te besmetten.
Virus
Hij noemde dit fenomeen infectie met een virus en later bleek het te gaan om het Tabacco Mosaic Virus. Beijerinck kon nog niet beseffen dat het ging om hele kleine deeltjes en bedacht daarom dat het ging om een levende vloeistof. Deze levende vloeistof zou in staat zijn te infecteren en hij noemde het virus daarom een “contagium vivum fluidum”. Het was Wendell Stanley die enkele tientallen jaren later met een andere techniek kon aantonen dat er daadwerkelijk virus deeltjes, ook wel virions, zijn die de infectie veroorzaken.
RNA
Vandaag de dag kennen we ontzettend veel virussen en weten we dat iedereen om ons heen met heel veel van deze deeltjes in contact komen. Allemaal hebben we wel een keer de griep gehad, vele van ons de waterpokken en sommige hebben soms last een vervelende koortslip. Het zijn dan altijd weer die hele kleine stukjes informatie met een mooie verpakking die voor deze klachten kunnen zorgen. Want veel meer dan dat is het niet. Als we kijken naar bijvoorbeeld het Influenza virus, de notoire veroorzaker van de griep: Het is een stuk viraal RNA, ook wel een code voor informatieopslag, met daaromheen een capside en een envelop van lipiden (vetjes) die samen de verpakking vormen.
Code
Op deze verpakking zitten wat eiwitten geplakt die weer het resultaat zijn van het decoderen van het RNA. Bekende van deze eiwitten zijn hemaglutinine en neuraminidase. Aan de hand van deze eiwitten bepalen we met welk type griepvirus we te maken hebben. Zo kun je de vaak onduidelijke termen in de media makkelijk vertalen. H1N1 is bijvoorbeeld de code voor de Mexicaanse griep. Simpelweg Hemaglutinine type 1 en Neuraminidase type 1.Het interessante van deze eiwitten is dat nieuwe combinaties die wij als mensheid nog niet gezien hebben kunnen zorgen voor hele ernstige ziekte verschijnselen, simpelweg omdat ons lichaam niet gewend is aan deze combinatie van eiwitten. Heel indrukwekkend natuurlijk dat deeltjes die duizenden keren kleiner zijn dan iets dat wij met het blote oog kunnen zien zo een grote invloed kunnen hebben op het functioneren van ons menselijk lichaam. Want dat je heel erg ziek kan worden van een virus is nu wel duidelijk. Maar hoe dat nou precies in zijn werk gaat kunnen we vaak nog niet verklaren. We weten bijvoorbeeld dat het dengue virus wordt overgedragen door muggen.
Verspreiding
Wanneer je geprikt wordt door zo een dengue mug zal het virus eerst bepaalde cellen opzoeken direct onder huid. In deze cellen voelt het virus zich prettig en zal het zich heel snel gaan delen zodat er heel erg veel virus deeltjes ontstaan. Toevallig hebben deze cellen (dendritische cellen) de eigenschap om door het lichaam te reizen. Hierdoor verspreiden ze ook het dengue virus naar andere plaatsen waar het weer nieuwe cellen kan infecteren en zo gaat dat wel even door.
Ziek
Waarom wij daar nou zo ziek van worden is nog steeds de vraag. Sommige mensen krijgen een beetje koorts en wat pijn achter de ogen terwijl andere dusdanig ziek zijn dat ze bijna leeg bloeden of zelfs komen te overlijden. Wat er uiteindelijk gebeurt wanneer een virus jouw lichaam binnenkomt, is afhankelijk van heel veel factoren. Allereerst welk virus het is (sommige zijn veel gevaarlijker voor mensen dan andere), daarna welke cellen worden geïnfecteerd en vervolgens ook nog eens hoe jouw lichaam daarop reageert.
Medicijnen
Om uiteindelijk met een geschikt medicijn of preventief middel te komen moeten al deze factoren en invloeden op deze factoren worden bestudeerd. Een zware klus, zo op het eerste gezicht, maar gelukkig worden sommige onderzoekers op een positieve wijze besmet met een virus wat ze vervolgens niet meer loslaten totdat ze een stukje van deze puzzel hebben opgelost.